4_mei_herdenking_.png

Overig

Pl. Commissie Kerk Westernijtsjerk

De kerk van Westernijtsjerk is eigendom van de stichting Alde Fryske Tsjerken en wordt gebruikt voor rouw- en trouwdiensten, exposities, concerten, lezingen en kan worden gehuurd.

Adres kerk: Westernijtsjerk 2, 9073 TS Marrum

contactpersoon Plaatselijke Commissie:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Tel. 0518-412055

sleuteladres: Jepmaloane 2, Marrum
tel. 0518-412405

www.aldefrysketsjerken.nl

In 2005 werd de kerk overgenomen door de Stichting Alde Fryske Tsjerken (www.aldefrysketsjerken.nl). Het beheer is nu in handen van de Plaatselijke Commissie. De kerk wordt incidenteel gebruikt voor rouw- en trouwdiensten, exposities en concerten en kan worden gehuurd. De kerk heeft ca. 115 zitplaatsen. Klik hier voor de verhuurinformatie over de kerk. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot het aanspreekpunt van de commissie, Jan Bosselaar, via de bovenstaande contactgegevens.

Over de kerk te Westernijtsjerk

Kerk westernijkerk getekend door J. Stellingwerf in 1722De kerk werd waarschijnlijk in de 13e eeuw gesticht door de familie Jeppema. De kerk staat in de zuidoostelijke hoek van het terrein waar in de middeleeuwen de familie Jeppema haar bezit had in de vorm van een stins, later een state, en een boerderij. De kerk is vermoedelijk aan Sint Oswaldus gewijd, hoewel eerder werd gedacht dat deze aan de Heilige Maagd Maria was gewijd.


Tekening van J. Stellingwerf, 1622
In 1431 betaalt Kempa Jeppama turf voor de kerk te Nyatzerka (Nijkerk), waaruit de relatie tussen het huis Jeppama en de kerk blijkt. In de 16e eeuw ontstond er een geschil over de eigendomsrechten tussen de state en de kerk. Op wiens terrein stond de kerk en state nu eigenlijk? Dit geschil zou in 1570 door Cunerus Petri, Frieslands eerste en enige bisschop, beslecht zijn.

Westernijkerk was zo’n drie eeuwen lang een parochie met een eigen pastoor maar na de reformatie in 1580 kwam een duurzame combinatie met Marrum tot stand.

Exterieur
De kerk bestaat uit een eenbeukig schip, een driezijdig gesloten koorgedeelte en een toren met zadeldak, opgetrokken uit grote baksteen in een laat-Romaanse bouwstijl. In de buitenmuren zijn op diverse plaatsen vroegere vensters en deuren te zien. Op de noordmuur zijn resten rode pleister zichtbaar. De zuidmuur is grotendeel beklampt met 19e eeuwse steen, waarop zich ook een sobere zonnewijzer (1873) bevindt. Het koor heeft gemetselde ‘kralen’ (stenen met een ronde uitstekende vorm) aan de hoeken van de sluiting en is laat-Romaans (13de eeuw). Het benedendeel van de toren kan 13e eeuws zijn, het ingezette venster aan de westzijde dateert uit de 16e eeuw.
In 1988 werd begonnen met een restauratie. Tijdens deze werkzaamheden werden vijf schuin toelopende steunberen verwijderd, twee aan de zuidzijde en drie aan de noordzijde. De drie tegen het koor geplaatste steunberen bleven gehandhaafd.

Uurwerk en klokken
In de toren staat een uurwerk in gespied ijzeren geraamte uit de 16de of 17de eeuw.
De twee klokken, zonder naam van de gieter, werden vervaardigd in 1385 en 1405. Op de grootste klok staat in gotische letters: “Te colo virgo pia vocorque postea ergo Maria A.D. MCCCLXXXV”. (U vereer ik vrome maagd en verder word ik daarom genoemd Maria. In het jaar der Heren 1385).

Op de kleine klok staat het volgende: “A.D. MCCCCV cum trahor audite voco vos ad gaudia vite”. (In het jaar des Heren 1405. Als ik getrokken wordt, hoort! Ik roep U tot de vreugde des levens.)

Het opwinden en luiden der klokken gebeurt sinds 1981 elektrisch, toen ook werd “onder” de toren de consistoriekamer gemaakt en kreeg de hal z’n groene plavuizen vloer.

Preekstoel en herenbanken
Het interieur van de kerk laat kenmerken zien vanaf de 14de eeuw tot heden. De eikenhouten preekstoel (1), die rond 1730 gemaakt is, heeft een achterschot en klankbord, met op de hoeken van de kuip snijwerk met Louis XIV motieven. De trap is in de 19de eeuw vernieuwd.
Een eikenhouten herenbank (2) is uit het begin van de 17de eeuw bestaande uit een voorbank en een overhuifde achterbank. Aan weerzijden van deze bank staan twee eenvoudige 19de eeuwse overhuifde herenbanken (3 en 4).

Zijstukken van vier kerkbanken
Heel bijzonder zijn aan het middenpad de vier achterste banken (5) die voorzien zijn van gotische zijstukken (wangstukken) uit het eind van 15de, begin 16de eeuw. (De banken zelf zijn in 1930 gemaakt.) De wangen zijn verdeeld in twee velden, versierd met gestoken briefpanelen en drie van de vier wangen worden aan de bovenkant afgesloten door een middenknop met aan weerskanten een medaillon. In die medaillons zijn passiesymbolen, een wapenschild, de letters “iJe”en “Se” en een roos afgebeeld. Het vierde zijstuk eindigt in bladversiering.

Psalmborden en avondmaalstafel
Rondom op de bepleisterde muren bevinden zich een grote en vier kleinere psalmborden in geornamenteerde lijst. In het koor bevind zich een sobere eikenhouten avondmaalstafel (19de eeuw) (6).

Tochtdeur, doophek, banken en lambrisering
Dominerend in het koor is de “kast”, in feite een tochtdeur (7), gemaakt door Sybe Jurjens Mellema. Deze dorpstimmerman vervaardigde omstreeks 1900 dit op creatieve wijze, kort na zijn terugkeer van een verblijf van enkele jaren in Amerika.

De banken, gemaakt door de Marrumer timmerman Jan Kingma, dateren uit 1930, evenals de uit kraalschroten bestaande lambrisering aan de noordzijde (8). Het hek rond de dooptuin is mogelijk ook door hem gemaakt maar zou ook 19de eeuws kunnen zijn.

Muurnissen
De lambrisering aan de zuidzijde werd tijdens de restauratie in 1990 verwijderd. Eén grotere en zes kleinere, vermoedelijk 14de eeuwse muurnissen (9), alsmede de oorspronkelijke zuidingang, werden weer zichtbaar gemaakt. Een tweede grote nis, nabij de oude ingang, werd ooit dichtgemetseld. Het is aannemelijk dat zich aan de noordkant achter de lambrisering ook twee grote en een zestal kleinere nissen bevinden, als geheel dan symboliserend de vier evangelisten en de twaalf apostelen.

Vloer in dooptuin
Uit dezelfde periode (14e eeuw) stamt het zich in de dooptuin bevindende vloertje, dat voor een klein deel zichtbaar is gemaakt, bestaande uit rood-gele en zwarte kleine plavuizen, gerangschikt in een mozaïekpatroon aangevuld met kloostermoppen (10). Duidelijk zichtbaar is dat de vloer van de kerk in die tijd aanmerkelijk lager gelegen was dan de huidige.

Orgel
Een bijzonder in het oog springend element in het kerkje is het orgelfront (11). Het orgel werd gemaakt door Fokke Bakker en Arjen Timmenga in het jaar 1880. Het was het eerste door deze orgelmakerij gemaakte instrument en is tot op de dag van vandaag een voorbeeld van een goede Friese orgelbouwtraditie. Een orgel, robuust en ruim van opzet met een gave kas. In 1982 werd het orgel voorzien van een elektrische windvoorziening waarbij de handpompinstallatie intact bleef. In het voorjaar van 1991 werd de klaviatuur gerestaureerd door de firma Mense Ruiter orgelmakers uit Zuidwolde-Groningen.


Expositie Jeppemastate en de kerk van Westernijtsjerk

boek Jeppemastate

In 2018 is in de kerk een bijzondere expositie geopend met een maquette, illustraties en informatiepanelen, die samen het verhaal vertellen van de kerk en de destijds naastgelegen Jeppemastate en de bewoners daarvan. De expositie is vanaf 2019 als permanente expositie te bekijken in een speciaal daarvoor ingericht vertrek. Lees hier meer over de expositie.

973expositieJeppemastate kleiner

De zwartwitfoto's zijn afkomstig van de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed op commons.wikimedia.nl.
De foto van het orgel is afkomstig van orgelsite.nl.