Beleid van gemeente en provincie
Of de beide plannen voor biovergisters in Marrum door zullen gaan, zal er mogelijk vooral ervan afhangen of de plannen juridisch stand zullen houden. Toch is het interessant om te zien wat het beleid van de gemeente en de provincie is op het punt van grootschalige biovergisting. Deze overheden hebben in navolging van het nationale Energieakkoord uit 2013 doelstellingen op het gebied van de energietransitie. De provincie wil dat er in 2020 16% van de energie duurzaam wordt opgewekt en in 2025 25% (bron: coalitieakkoord 2015-2019). De gemeente Ferwerderadiel heeft samen met de vijf andere gemeenten in noordoost Friesland zelfs nog ambitieuzere doelstellingen en gaat voor 40% duurzame energie in 2025.
Wat betreft de biovergisting gaan beide overheden in de richting van mest-monovergisting op boerderijschaal. Grootschalige mestvergisting behoort niet tot de doelstellingen. Wat de landbouw betreft vinden beide overheden de grondgebondenheid van de landbouwbedrijven van groot belang.
Overigens wordt door een aantal deskundigen tegenwoordig betwijfeld of biovergisting wel per definitie duurzaam genoemd mag worden.
Gemeente Ferwerderadiel
Voor wat betreft de gemeente is de doelstelling op te maken uit het Basisdocument Energietransitie ANNO, waarin verwezen wordt naar het project van Friesland Campina om monovergisters op melkveehouderijbedrijven te realiseren (blz. 13), waarbij het in de zes ANNO-gemeenten in 2025 zal gaan om 50 monovergisters of zelfs nog meer als gekeken wordt van het maximale potentieel (blz.21). De plannen voor biovergisters aan de Nieuweweg en de Botniaweg in Marrum worden niet meegenomen. Wel wordt bij de weergave van de huidige situatie genoemd dat er twee lopende aanvragen voor monovergisters zijn (blz. 25) maar dit moeten vergisters op boerderijschaal betreffen gezien de genoemde kosten van totaal € 1.600.000 en de genoemde energieopbrengst. De kosten van de in Marrum beoogde megavergisters zijn vele malen hoger en bovendien gaat het bij de Botniaweg om een co-vergister, dus het is duidelijk dat de gemeente bij het vaststellen van het beleid geen rekening heeft gehouden met de realisatie van beide plannen in Marrum.
Provincie Fryslân
Van de kant van de provincie zijn o.a. twee beleidsstukken relevant: de Beleidsbrief Duurzame Energie 2016 en de Beleidsbrief Duurzame Landbouw mei 2017. In de eerstgenoemde staat:
Biomassa
Het verwerken van mest is één van de belangrijkste thema’s van de landbouwsector voor de komende jaren. Hierbij staat de mineralenhuishouding en de circulaire gedachte centraal. Het maken van groen gas uit mest is een positieve bijvangst. Maar de business case van huidige mestcovergisters staat onder druk. We verwachten dat de mestmonovergister gaat doorbreken. Verder zien we groeiende kansen voor energieproductie uit bijvoorbeeld bermgras en houtsnippers. We verwachten dat energie uit biomassa in 2020 goed is voor 1,43 PJ.
Overigens is ook in de beleidsbrief te lezen dat de energiemix niet in beton gegoten is.
In de Beleidsbrief Duurzame Landbouw staat als doelstelling: De provincie Fryslân streeft naar een duurzame, natuurinclusieve landbouw in 2025. Een landbouw die grondgebonden en circulair is, bijdraagt aan het herstel van de bio-diversiteit, maatschappelijk draagvlak heeft én, niet in de laatste plaats, duurzaam economisch renderend is.
Ten aanzien van de energietransitie wil de provincie samen met de landbouw inzetten op het energie-neutraal maken van het platteland in 2030. Door de vier organisaties uit de landbouw is aangegeven, dat met name energie-coöperaties rondom agrarische bedrijven hiervoor een goed instrument kunnen zijn. Het landelijk gebied is bij uitstek geschikt voor de productie van duurzame, groene energie. Belangrijke randvoorwaarde is dat dit dient te passen binnen het geldende ruimtelijke beleid van de provincie en niet ten koste gaat van de landschappelijke kwaliteiten. De agrarische bouwpercelen bieden hiervoor goede mogelijkheden. Voorgesteld wordt om samen met de landbouw in te zetten op het energieneutraal maken van het platteland in 2030. Vormen die toepasbaar zijn op het agrarisch bouw-perceel zijn: zonnepanelen, thermische energie, kleine windmolens, monovergisting.
De grootschalige plannen voor de vergisters in Marrum zijn niet in overeenstemming met het bovenstaande en passen dus niet in het huidige provinciale beleid voor duurzame energie en landbouw. Ook in het provinciale ruimtelijke ordeningsbeleid lijkt een vergister met een milieucategorie 3.2 niet te passen in het buitengebied of een 'bedrijfscontentratiekern' wat Marrum is in de verordening Romte Fryslân 2014.
Bestemmingsplan Buitengebied Ferwerderadiel
Terug naar de gemeente: in 2014 is het Bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld. De locatie van de vergister aan de Botniaweg valt binnen dit bestemmingsplan, anders dan die van de Nieuweweg, waarvoor een afzonderlijk bestemmingsplan geldt. In het bestemmingsplan is ook beleid te vinden. In de Toelichting op het bestemmingsplan is een uitgebreide beschrijving opgenomen van de functies (o.a. landbouw, natuur en recreatie) in het buitengebied. Over niet-agrarische bedrijvigheid wordt opgemerkt: Niet-agrarische bedrijvigheid uit de hogere milieucategorieën is geclusterd op het bedrijventerrein Doniaweg, net buiten de kern Hallum (2.8 van de Toelichting).
T.a.v. vrijkomende bebouwing (Botniaweg 6 zou je mogelijk zo kunnen betitelen na het eindigen van het mechanisatiebedrijf) is het beleid uit het provinciale streekplan: Bedrijfsfuncties en vormen van dienstverlening zijn als vervangende functies eveneens geschikt als het gaat om activiteiten die zowel functioneel als qua ruimtelijke uitstraling passen bij het karakter van het omliggende landelijke gebied. Hierbij ligt de nadruk op activiteiten met een ambachtelijk of dienstverlenend karakter. Buitenopslag van goederen, materialen en voertuigen is in principe ongewenst. Daarnaast moeten het milieuvriendelijke bedrijven betreffen, zonder grote verkeersstromen. Dit zijn vooral bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 en in voorkomende gevallen in categorie 3. Dit laatste kan alleen wanneer dit past in de ruimtelijke en de functionele karakteristiek van de omgeving en eventuele bedrijvigheid geen afbreuk doet aan het voorzieningenniveau in kernen.
Al met al lijkt de bestemming c.q. functieaanduiding van een mestvergistingsbedrijf/energie-installatie op een deel van het perceel Botniaweg 6, zoals in het bestemmingsplan staat, niet ondersteund te worden door de onderbouwing in de toelichting van het plan. Meer over hoe deze biogasinstallatie in het bestemmingsplan terecht gekomen is, staat op de pagina over de vergister Botniaweg.